Schoonbeton – architectonisch beton
In feite zou je al het beton dat in het zicht toegepast wordt zichtbeton kunnen noemen. Maar wanneer we spreken van schoonbeton, dan hebben we het over beton waarvoor extra aandacht aan de esthetica ervan gegeven is. ‘Schoon’ is in tegenstelling tot het ‘vuilwerk’ op de bouw, dat later meestal aan het oog onttrokken wordt. Bij veel projecten spreekt men in plaats van schoonbeton ook wel van architectonisch beton.
Esthetisch beton

Beton heeft de fantastische eigenschap dat het in stroperige vorm aangebracht wordt in een mal of bekisting en na uitharden die vorm aanneemt. Afhankelijk van de samenstelling en vloeibaarheid neemt het beton exact de vorm aan waar het in gegoten wordt. Tot zulke extreme mate dat beton direct uit de mal bijna kan glanzen, tot lijkt op het breukvlak van gesteente. Het betonoppervlak kan op die manier verschillende gedaantes aannemen, wat met het nabewerken ervan nog verhoogd wordt: door stralen of polijsten bijvoorbeeld is niet alleen de cementhuid aan het oppervlak zichtbaar, maar komt ook het toeslagmateriaal aan het oppervlak. (Lees hier meer over de samenstelling van beton). Beton kan andere materialen imiteren, van houtprofiel tot glanzend marmer, maar dan met de positieve eigenschappen van lange levensduur en sterkte, bestandheid tegen vocht en brand en voordelig geprijsd.
Met het toevoegen van pigmenten en de keuze van gekleurd toeslagmateriaal staat een heel palet aan kleuren beschikbaar aan de verbeelding van de opdrachtgever en ontwerper.
CUR 100 Schoonbeton

Het vervaardigen van schoonbeton op de bouw met ter plaatste gestort beton vraagt om de nodige aandachtspunten, die vooraf goed vastgelegd dienen te worden in een projectspecificatie (bestek). In de prefab fabrieken heeft men veel meer controle over de productie en is een hogere afwerkingskwaliteit haalbaar dan op de bouw. Het maken van afspraken is nog steeds noodzakelijk om het juiste beeld te verkrijgen dat men voor ogen heeft, maar de afstemming daarover is meer vanzelfsprekend. Nadeel van prefab kan zijn dat de losse onderdelen naden vormen die zichtbaar blijven.
Voor het specificeren van schoonbeton is een CUR-aanbeveling opgesteld: de CUR 100 ‘Schoonbeton – specificatie, uitvoering en beoordeling van betonoppervlakken waaraan esthetische eisen worden gesteld’. In de CUR-aanbeveling wordt veel aandacht besteed aan de communicatie rondom het project. Het volstaat echter niet om alleen maar te vermelden dat de CUR 100 van toepassing is. In de CUR 100 worden uitgebreide suggesties gedaan welke type aspecten de architect kan opnemen in zijn bestek, om het beeld dat wenselijk is te borgen in de specificaties.
Beton specificeren
In de betonnorm NEN-EN 13670/NEN 6722 is een paragraaf ‘Toleranties voor betonoppervlakken’ opgenomen waarin drie klassen worden benoemd:
- Klasse A omvat de standaardeisen, waarbij doorgaans geen hoge esthetische eisen gelden
- Klasse B is een klasse met bijzonder esthetische eisen aan het betonoppervlak, deze worden in de norm niet verder gespecificeerd
- Klasse C is een klasse zonder esthetische eisen
In de norm zijn alleen de standaardeisen van klasse A uitgewerkt. Tenzij in de projectspecificatie andere eisen zijn vastgelegd, zijn deze van toepassing. Voor veel esthetische toepassingen zijn de eisen voor klasse A te ruim, wat betekent dat de gewenste esthetische eisen voor schoonbeton in klasse B specifiek omschreven moeten worden in het bestek. In de CUR-aanbeveling 100 ‘schoonbeton’ worden suggesties gegeven hoe hierin te kunnen voorzien. Klasse B wordt daarin nog verder onderverdeeld in:
- B1 – Niet-geprofileerd bekist oppervlak van in het werk gestort of geprefabriceerd betonelement
- B2 – Niet-geprofileerd bekist oppervlak van geprefabriceerd betonelement
- B9 – Betonoppervlak, niet behorende tot B1 of B2
Aandachtspunten schoonbeton

Omdat beton letterlijk elke naad en elke ‘deuk’ in de bekisting of mal overneemt, is het van groot belang om te specificeren hoe die bekisting eruit ziet. De ontwerper kan er bijvoorbeeld voor kiezen dat de naden juist geaccentueerd worden en zo een lijnenspel in een wand creëren. Ook het materiaal van de bekisting zelf is van belang: de ene houtsoort of plaatmateriaal is de andere niet en resulteert in een geheel andere tekening op het betonoppervlak. Er kan zelfs gekozen worden om structuurmatten in de bekisting te plaatsen, elke gewenste oppervlaktestructuur is dan mogelijk. Verschillende hoekoplossingen geven een ander visueel effect.
Ook verschillende manieren van uitvoeren op de bouw hebben mogelijk een invloed op het eindresultaat. Het is daarom van groot belang om een proefstort op ware grootte op locatie te laten maken. Na beoordeling hiervan kunnen er nog aanpassingen doorgevoerd worden. Ook voor het afstemmen van de gewenste grijstint of juiste kleur is een proefstort essentieel.
Het opstellen van een werkplan is dan ook een belangrijk onderdeel van de CUR 100 schoonbeton. Cement&BetonCentrum heeft een model werkplan schoonbeton voor CUR 100 inclusief keuringsformulieren opgesteld. Hiernaar wordt ook vanuit de CUR-aanbeveling verwezen.
Meer over beton in architectuur

Het platform Tektoniek is helemaal gewijd aan beton in de architectuur. In basis ondersteunt Tektoniek de architect, maar ook als (particulier) opdrachtgever is hier veel interessante informatie te vinden. Vele voorbeeldprojecten en diepere achtergrondkennis over de esthetische mogelijkheden en hoe deze te realiseren zijn hier verzameld en worden actueel gehouden en aangevuld. Volg onderstaande links naar Tektoniek voor meer over de in dit artikel aangestipte onderwerpen zoals:
Meer artikelen over beton
Mechanische eigenschappen van beton
De eigenschappen van beton kunnen beïnvloed worden met de keuze in grondstoffen en betonmengsel.
Milieuklassen en duurzaamheid
Uitleg bepalen milieuklassen voor het bepalen van de maatgevende eigenschappen van het betonmengsel.
Samenstelling van beton
Wat is beton? Over basis bestanddelen, sturen van eigenschappen en borgen van kwaliteit.
Schoonbeton – architectonisch beton
Beton dat in het zicht blijft heeft extra aandacht nodig bij ontwerpkeuzes en uitvoeringsaspecten.