Cementnormen

Jarenlang was er maar één norm voor gewoon cement: EN 197-1. Inmiddels zijn er drie normen, naast EN 197-1 de normen EN 197-5 en EN 197-6, waarin bijna 40 verschillende cementen zijn gedefinieerd. In dit artikel beschrijven we de achtergrond van deze normen en geven we een totaaloverzicht.

EN 197-1

Norm voor portlandcement N 481 uit 1929

De bekendste cementnorm is natuurlijk NEN-EN 197-1: Cement – Deel 1: Samenstelling, specificaties en conformiteitscriteria voor gewone cementsoorten. De titel geeft al aan dat er ook bijzondere cementsoorten zijn, waarop we in dit artikel niet verder in zullen gaan. EN 197-1 beschrijft maar liefst 27 verschillende  cementen, onderverdeeld in 11 cementsoorten in 5 hoofdtypen. Aan de eerste versie van deze norm, die in het jaar 2000 werd uitgegeven, was ruim 15 jaar gewerkt. Deze norm harmoniseerde de verschillende nationale normen voor cement in Europa en omvat dan ook de destijds in Europa in één of meer landen toegepaste cementen.

De cementnorm stelt eisen aan de samenstelling, de druksterkte na 2 dagen (voor sterkteklasse 32,5 N na 7 dagen), de druksterkte na 28 dagen, het begin van de binding, de vormhoudendheid (expansie), het gloeiverlies (alleen voor CEM I en CEM III), het chloride- en sulfaatgehalte en de onoplosbare rest (ook alleen voor CEM I en CEM III).

De norm onderscheidt de volgende hoofdbestanddelen (tussen haakjes de letter waarmee het hoofdbestanddeel in de naamgeving van het cement wordt aangeduid):

  • Portlandcementklinker (K)
  • Gegranuleerde hoogovenslak (S)
  • Natuurlijke puzzolanen (P)
  • Gebrande natuurlijke puzzolanen (Q)
  • Siliciumhoudend vliegas (V), (poederkoolvliegas)
  • Calciumhoudend vliegas (W), (bruinkoolvliegas)
  • Gebrande leisteen (T)
  • Kalksteen (L en LL, afhankelijk van het gehalte aan organische koolstof – TOC)
  • Microsilica (D)

De 11 verschillende cementsoorten worden onderverdeeld in 5 hoofdtypen:

CEM I    Portlandcement
CEM II   Portlandcomposietcement
CEM III  Hoogovencement
CEM IV  Puzzolaancement
CEM V   Composietcement

EN 197-5

In 2021 werd deel 5 gepubliceerd: Portland-composietcement CEM II/C-M en composietcement CEM VI. In deze norm worden, op basis van een uitgebreid onderzoeksdossier, vijf nieuwe cementen beschreven. Er wordt weliswaar gebruik gemaakt van dezelfde hoofdbestanddelen als beschreven in EN 197-1, maar er worden nieuwe combinaties van portlandcementklinker met de overige hoofdbestanddelen mogelijk gemaakt. Hieraan was dringend behoefte om meer mogelijkheden te hebben om het CO2-profiel van cement te verlagen. Met deze norm is ook een nieuw hoofdtype gedefinieerd: CEM VI composietcement.

EN 197-6

In juni 2023 volgde een deel 6: Cement with recycled building materials. Aan deze norm was behoefte om cementsteen, die vrijkomt bij het selectief breken van betonpuin, toe te kunnen passen als hoofdbestanddeel van cement. Gerecyclede cementsteen, in het Engels recycled concrete fines (RCF), mag afhankelijk van het type cement tot 35 % worden toegepast. Dit nieuwe hoofdbestanddeel wordt in de norm aangeduid met de letter F. In totaal zijn er zes verschillende typen cement met RCF gedefinieerd in EN 197-6. Naast toepassing van RCF in composietcement (RCF en slak) en portlandcomposietcement (RCF en één of meer van de andere bekende hoofdbestanddelen) kennen we nu ook twee typen portland-recycled-fines cement: CEM II/A-F en CEM II/B-F. Meer over dit onderwerp staat in het artikel over gerecycled cement.

Ook aan deze norm ligt een uitvoerig onderzoeksdossier ten grondslag. Voordat deze nieuwe cementen in Nederland mogen worden toegepast is het echter, zoals beschreven in NEN 8005, wel nog noodzakelijk om onderzoek uit te voeren op basis van CROW-CUR Aanbeveling 48.

Overzicht van alle cementen

In onderstaande tabel worden de samenstellingen van de in de drie cementnormen opgenomen cementen weergegeven. De nieuwe cementen uit EN 197-5 zijn weergegeven in blauw en de nieuwe cementen uit EN 197-6 zijn weergegeven in groen. De in rood weergegeven cementen (uit EN 197-1) kunnen volgens NEN 8005 zonder aanvullend onderzoek worden toegepast in alle milieuklassen (met uitzondering van XS2 en XS3 bij CEM II/A-LL). Voor de overige cementen moet, voor alle milieu­klassen uitgezonderd X0, eerst de specifieke geschiktheid conform CROW-CUR Aanbeveling 48 worden aangetoond.

Download hier de tabel cementsoorten als PDF

Tabel cementen - overzicht van alle types cement